Piet Mallekoote
samenwerking loont

Click here for the English version of this article.

Eppo Heemstra en Hans Croon
Connective Payments

Op 11 februari nam het Nederlandse betaallandschap afscheid van een van zijn markantste spelers. Piet Mallekoote, sinds 2006 CEO Currence en vanaf 2011 daarnaast van de Betaalvereniging Nederland, verlaat het speelveld waarin hij 17 jaar lang het belang van samenwerking heeft gepersonifieerd.

17 jaar in het teken van samenwerking

Na 25 jaar werkzaamheid bij DNB, waar hij diverse leidinggevende functies bekleedde, werd Piet Mallekoote in 2004 gevraagd voor het bestuur van Currence. Dat was in een turbulente periode. Het toenmalige Interpay (nu Equens Worldline) en zijn aandeelhouders, de Nederlandse banken, lagen overhoop met de retailers over de prijs van pinnen. De NMA legde hoge boetes op voor de overtreding van mededingingsregels.

Een van de maatregelen die de banken namen om de zaak te schikken was de oprichting van Currence. Dat bedrijf zou voortaan de trotse producteigenaar zijn van de collectieve Nederlandse betaalproducten: PIN, Chipknip, Acceptgiro, Incasso en het nieuwe iDEAL, dat in dezelfde tijd werd aangekondigd. Currence werd licentiegever en richtte zich op zaken als coördinatie, vertegenwoordiging, professionalisering, vastlegging van rules & regulations, standaardisering en fraudebestrijding. Samenwerking werd het nieuwe Leitmotiv in het Nederlandse betaallandschap: in 2005 sloten banken, winkeliers, horeca en de olie-industrie een Convenant Betalingsverkeer zag de Stichting Bevorderen Efficient Betalen het licht.

Currence en de Betaalvereniging

Maar slechts kort na de oprichting werd de economische basis van Currence al weer bedreigd door SEPA. Met de magneetstrip verdween rond 2010 ook PIN van de betaalpassen. Maestro, tot dan toe in gebruik voor cross-border betalingen, werd de vlag waarmee het nieuwe “pinnen” (met kleine letters) werd getooid. En ook voor de girale producten Overschrijving en Incasso waren Europese alternatieven, SEPA Credit Transfer en SEPA Direct Debit, in aanmaak. Omdat voor de nieuwe internationale producten ook een vorm van governance en afstemming noodzakelijk was, werd in 2011 de Betaalvereniging Nederland opgericht. Piet Mallekoote werd de algemeen directeur en combineerde vervolgens beide functies.

DNB

1979-1986 (Senior) Policy Advisor Monetary and Economic Dept
1986-1991 Head Statistics Division
1992-1993 Division Head Economics Monetary and Economic Dept
1993 Deputy Director Monetary and Economic Dept
1993-1996 Currency Dept 
1996-1999 Director Payments and Securities Dept
1999-2004 Director Payments Systems Policy Dept
Member of the Payment Systems and Settlement Committee of the ECB

Currence

2004-2006 Deputy CEO
2006-current CEO

Betaalvereniging Nederland

2011-current CEO

 

Tijd voor een interview

Wij spraken Piet Mallekoote vlak voor zijn afscheid. Hoe was het om gedurende die 17 enerverende jaren leiding te geven aan Currence en de Betaalvereniging? Waarop is hij het meest trots en wat waren de belangrijkste uitdagingen? Tijdens het interview blijkt dat hij zichzelf niet graag op de voorgrond plaatst. Zelfs bij het opzienbarende succes van iDEAL heeft hij naar eigen zeggen een bescheiden rol gespeeld. En zijn antwoorden verraden, naast grote kennis, een fascinatie voor economische theorie. Op onze eerste vraag, hoe hij de hectische periode rond de oprichting van de Betaalvereniging Nederland heeft ervaren, doet hij eerst, met permissie, een stapje terug. Want om zijn rol in de ontwikkeling van het Nederlandse betalingsverkeer te kunnen begrijpen, moeten wij het eerst hebben over het belang van samenwerking.

Transactiekosten beperken

In 2011 werd jij gevraagd als CEO van de Betaalvereniging Nederland in een periode waarin met SEPA alles veranderde. Hoe heb jij die periode ervaren?

“Het is misschien goed om eerst een stapje terug te doen. Mijn rol gaat vooral over samenwerking. Het belang van samenwerking wordt vaak onderschat. In de literatuur zie je dat transactiekosten in de economie heel erg belangrijk zijn. Als je transactiekosten wilt beperken dan is de enige manier dat je dat gezamenlijk doet. Dat speelt niet alleen in het betalingsverkeer, maar in alle sectoren van de economie. Transactiekosten beperken doe je bijvoorbeeld door standaarden af te spreken. Daarvoor heb je een instelling nodig die dat organiseert. Zo’n instelling noem je ook wel een ‘koppelzone’, ’platform’ of ‘schema’. Die instelling brengt partijen bij elkaar om consensus te bereiken en besluiten te nemen om de transactiekosten te beperken.

Dat is in essentie wat in het betalingsverkeer ook gebeurt. Daarbij komt nog eens dat het betalingsverkeer, anders dan bv de hypotheekmarkt, een tweezijdige markt is. Met een betaler en een ontvanger, en de twee banken die de betaling namens hen afhandelen. Die partijen hebben deels tegenstrijdige belangen bij de transactie. De enige manier om in die situatie te komen tot verlaging van de totale kosten, en om de voorwaarden te scheppen voor innovatie, is samenwerking. Zo moet je de rol zien van Currence, als ‘schema’ en producteigenaar, en van de Betaalvereniging als facilitator. Ook in de richting van de vele stakeholders van het betalingsverkeer, want in die tweezijdige markt heb je ook te maken met de vertegenwoordigers van consumenten en retailers, de politiek, de media etc. Het belang daarvan is het afgelopen decennium alleen maar gegroeid omdat het aantal stakeholders in de betaalketen fors is toegenomen. Aangezien deze allemaal op elkaar moeten zijn aangesloten is een georganiseerde samenwerking van groot belang om kosten te besparen. In mijn periode bij Currence en de Betaalvereniging is er veel aandacht aan besteed om dit goed te organiseren.”

SEPA Cards

PIN werd eind jaren tien in het kader van SEPA Cards verruild voor Maestro. Veranderde daardoor jouw relatie met de banken?

“Toen duidelijk werd dat de banken individueel gingen kiezen voor Maestro als debit card scheme vond ik dat op zich wel pijnlijk en zuur. Het was in eerste instantie lastig om aan het verzoek van de banken te voldoen om de migratie naar Maestro in goede banen te helpen leiden. De verantwoordelijkheid voor honderden miljoenen transacties, en de taken die daarbij hoorden, verschoven immers naar een buitenlandse partij. Currence werd min of meer geslachtofferd en kreeg tegelijk het verzoek om daaraan ruimhartig mee te werken. Ik heb toen gedacht: laten we dat toch maar doen. Het was tenslotte ook een mooie, boeiende opdracht om de technische migratie naar EMV mogelijk te maken en om de boer op te gaan om de retailers op te voeden. Het wantrouwen moest worden weggenomen, we moesten voorkomen dat er een dip zou ontstaan in de groei van het aantal pinbetalingen aan de kassa.”

De Betaalvereniging nam als nieuwe speler taken over van Currence, de NVB en de banken en ging een belangrijke rol spelen in het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). Was het in die eerste periode voor iedereen duidelijk wie wat deed?

“Currence had al een rol gespeeld bij de totstandkoming van het Convenant Betalingsverkeer en de Stichting Bevorderen Efficient Betalen in 2005. Veel van ons werk ging al zitten in het bevorderen van pinnen, bijvoorbeeld met de succesvolle campagne ‘Klein bedrag? Pinnen mag!’. Currence had een coördinerende rol bij het terugdringen van fraude en het verhogen van veiligheid in het betalingsverkeer. Kortom, de rol die ik als CEO van de Betaalvereniging ging spelen had ik deels als CEO van Currence ook al gespeeld. Wel moest ik af en toe uitleggen welke pet ik ophad, die van scheme (Currence) of facilitator (Betaalvereniging). Ik ben altijd kritisch op mezelf geweest om deze rollen goed van elkaar te scheiden.”

Ging dat van meet af aan goed, en zijn er nog andere varianten op tafel geweest om de ‘koppelzone’ te organiseren?

“De banken startten in 2009 een onderzoek om naar de toekomstige inrichting van het betalingsverkeer te kijken. Uiteindelijk bleek een vereniging de beste optie om de krachten te bundelen. Ik herinner me dat toen ook de optie op tafel lag om alles onder te brengen bij de NVB. Daar zaten echter nadelen aan. De NVB is een belangenorganisatie van banken, betaalinstellingen zouden daar niet in passen. En bovendien heeft de NVB zo’n breed scala aan dossiers onder handen: hypotheken, sparen, effecten. Er was behoefte aan een aparte entiteit waarin alle kennis en kunde op het gebied van de productkenmerken en de infrastructuur van Betalen, zeg maar de nutsfuncties, werd ondergebracht.

Opstartproblemen

In januari 2012 zijn we met de Betaalvereniging gestart. In eerste instantie ging dat nog niet helemaal goed doordat er verantwoordelijkheden achterbleven bij de NVB en Currence, met name op het gebied van veiligheid en strategie. In de praktijk betekende dat, dat de Adviesraad van de Betaalvereniging en de Commissie Betalingsverkeer van de NVB deels over dezelfde onderwerpen vergaderden. Voor de buitenwacht was het soms volstrekt onduidelijk voor welke onderwerpen ze nu bij de vereniging, de NVB of Currence moesten zijn. Eind 2013 hebben we daarom besloten om door te kantelen. Gijs (Boudewijn) en zijn team kwamen over naar de Betaalvereniging en sindsdien is de vereniging de enige partij die de nutsfuncties in het betalingsverkeer organiseert.”

Betalingsverkeer is wat je noemt ‘sticky business’, jij bent niet de enige die zich heel lang heeft beziggehouden met dat vak.

“Ik heb er inderdaad heel lang in gezeten, en op zich is dat niks voor mij, maar de dynamiek in het betalingsverkeer betekent dat je eigenlijk elke dag weer wat anders voor je kiezen hebt. Never a dull moment.”

Je begon met een lans te breken voor samenwerking met als doel om transactiekosten te verlagen. Tegelijk wordt er ook vaak geklaagd over stroperigheid van de besluitvorming, langs elkaar heen praten, dubbele agenda’s etc. Jouw rol was het om de samenwerking te voorzien van een scheut Haarlemmer olie.

“Banken hebben verschillende strategieën en visies, en dat maakt het inderdaad lastig. Als een individuele bank een product ontwikkelt dan kan het sneller gaan, maar om voldoende schaal en bereik te krijgen moet je al snel collectieve afspraken maken. Soms ging dat moeizaam, zoals bij het Betalen 2.0 programma, dat uiteindelijk strandde omdat niet iedereen daar hetzelfde in zat. Overigens zijn daaruit wel Incassomachtigen en iDIN als aparte producten ontstaan.
In sommige gevallen, zoals bij de start van Instant Payments, was het noodzakelijk om verschillen van inzicht tot op de bodem uit te zoeken voordat er overeenstemming kon worden bereikt. Onze rol was daarbij steeds om te faciliteren en de partijen bij elkaar te brengen.

Ik denk dat die rol vooral goed tot zijn recht kwam bij alle vormen van wet- en regelgeving die vanuit het bredere ecosysteem op ons af komen. Hoe verhouden we ons tot nieuwe Europese regels als de Payment Accounts Directive (PAD) en de Payment Services Directive 2 (PSD2)? Daarover gezamenlijk naar buiten treden, dat kan alleen als je de samenwerking goed georganiseerd hebt. Daarvoor maak je op voorhand kosten die je in de regel op de langere termijn terugverdient, dat is het idee.”

Rust bewaren

Na die eerste periode rond 2005 kwam het Nederlandse betaallandschap in rustiger vaarwater.

“Ik denk dat belangrijk is hierover te melden dat in het betalingsverkeer emoties soms vanwege de uiteenlopende belangen hoog kunnen oplopen. Rust bewaren en bewaken is dan zo’n factor aan de achterkant die je niet ziet, maar bij een goede uitvoering aanzet tot meer samenwerking. Dat is een zeer relevante rol van Currence en de Betaalvereniging. Zonder dat zo expliciet over mezelf te zeggen, is dat goed gelukt. 
Verder is “externe” rust cruciaal: in mijn carrière heb ik er altijd naar gestreefd door een open houding en transparantie een dispuut met toezichthouders als DNB en ACM te vermijden, hetgeen supergoed gelukt is.”

“Gezamenlijk naar buiten treden bij Europese wet- en regelgeving, dat kan alleen als je de samenwerking goed georganiseerd hebt.”

 

PSD2 en Open Banking

Je noemde PSD2 als voorbeeld. In vergelijking met de UK, waar Open Banking van meet af aan voortvarend is aangepakt door oprichting van een aparte Open Banking autoriteit, hebben de Nederlandse banken PSD2 schijnbaar meer benaderd als compliance project. Daardoor zijn er in de praktijk verschillende technische oplossingen ontwikkeld voor de API calls. Over transactiekosten gesproken: iedere nieuwe toetreder die een PSD2 licentie verkrijgt, zal voor iedere bank een eigen API call moeten definiëren. Tijdrovend en kostbaar, en daardoor een hindernis voor innovatie, waar het allemaal om te doen was. Lag daar niet een kans voor de Betaalvereniging om net als in bv de UK en Nieuw Zeeland detail afspraken te maken voor het PSD2 berichtenverkeer?

“Daar is toen uitgebreid over gesproken, want hoe logisch zou het zijn om gewoon één collectieve API te definiëren? Alleen, de banken wilden er niet aan, om uiteenlopende, en wat mij betreft niet allemaal even overtuigende redenen. Uiteindelijk hebben wij ervoor gezorgd dat de banken in elk geval het Access to Account (XS2A) Framework van de Berlin Group hanteerden, zij het ieder op zijn eigen manier.

In Engeland is de samenwerking min of meer wettelijk afgedwongen, waardoor ze daar verder zijn met Open Banking. Aan de andere kant loopt Engeland qua functionaliteiten en klantreizen voor consumenten ver achter bij Nederland. Hier hebben wij iDEAL en lijkt er vooralsnog minder behoefte aan PSD2. Consumenten geven ook aan niet zo happig te zijn om hun betaaldata te delen met derden, ook al is dat misschien een kwestie van tijd. Dus ja, Engeland loopt voor met PSD2 maar het is nu allemaal nog erg pril om te kunnen voorspellen hoe PSD2 en Open Banking zich in de toekomst gaan ontwikkelen.“

iDEAL

Currence en de banken hebben onder de naam iDEAL 2.0 een grote verbouwing van iDEAL aangekondigd. Gaat de PSD2 rails daar niet een belangrijke infrastructurele rol in spelen?

“Zeker moeten we vanuit iDEAL rekening houden met partijen die gebruik willen maken van de PSD2 (PIS) rails. In dat verband is het ook spannend voor iDEAL wat er in Europa gebeurt met de nieuwe SEPA Request to Pay (SRTP) functionaliteit. Overigens wordt de PSD2 rails al gebruikt in de pilot iDEAL Inplannen.”

Wat zie jij als de grootste success stories van Currence?

“Pinnen zie ik als een groot succes, in de brede zin van het woord, dus los van het product PIN. Al het werk dat wij samen met de retailers hebben gestopt in het stimuleren van pinnen heeft zich goed uitbetaald: het toonbank betalingsverkeer is in die 15 jaar veel en veel efficiënter geworden.
En natuurlijk iDEAL. Dat is zonder meer een zeer succesvol product. In 2020 hadden we bijna een miljard transacties.”

Als je kijkt naar de groeicurve van iDEAL, dan zie je dat het een aantal jaar duurde voordat die stijl omhoog liep. In de eerste acht jaar groeide het aantal transacties naar 143 miljoen in 2013, terwijl in 2020 de 890 miljoen werd aangetikt. Heb jij in de eerste jaren wel eens getwijfeld of het wat zou worden met iDEAL?

“In de beginjaren hebben we wel eens zorgelijk gekeken naar de transactie aantallen. Maar iDEAL was echt een gewild product: het werd van meet af aan gedragen door de thuiswinkel branche en ook de Consumentenbond wilde graag een veilig online betaalproduct. De groei van iDEAL hield gelijke tred met de ontwikkeling van de e-commerce, die natuurlijk op een gegeven moment stormachtig verliep. Daarnaast kwamen er PSP’s in de markt, die iDEAL toevoegden aan hun assortiment en het buiten e-commerce breder toepasten voor diensten als facturering en ticketing. PSP’s gingen iDEAL toevoegen aan buitenlandse webshops die verkochten aan Nederlandse klanten. Al die ontwikkelingen samen hebben ervoor gezorgd dat wij jaarlijkse groeipercentages van 30% en meer normaal gingen vinden. De verwachte afvlakking bleef uit. En 2020 was mede als gevolg van de lockdowns met 35% groei natuurlijk helemaal een exceptioneel jaar voor iDEAL. Gemak en vertrouwen zijn cruciale factoren in dat succes.”

“Wij verwachtten dat de groei van iDEAL op een gegeven moment wel zou afvlakken, maar het ging maar door: ieder jaar zo’n 30% erbij.”

 

Een van de initiatiefnemers van EPI, Eric Tak, vertelde ons een aantal maanden geleden te verwachten dat iDEAL over 3, 4 jaar zou worden uitgefaseerd en vervangen door een nieuw EPI product. Hoe moeten we dat rijmen met de aangekondigde investeringen in iDEAL 2.0? Zou iDEAL de basis kunnen vormen van de online betaaloplossing waarover in het kader van het EPI wordt gedacht?

“Eric loopt misschien een beetje op de feiten vooruit maar het zou goed kunnen dat het scenario dat hij schetst inderdaad de realiteit is. Tegelijk hopen wij met alle inspanningen in iDEAL 2.0 om een kans te maken om met EPI samen te gaan werken. In Europa is iDEAL verreweg het grootste product. Als EPI iDEAL zou omarmen, dan hebben ze in één klap een miljard transacties te pakken. Daarbij komt geen enkel ander Europees product voor online betalen in de buurt. En met de nieuwe infrastructuur en nieuwe klantreizen is iDEAL een prachtige partij om mee samen te werken.”

Gaan nationale sentimenten daar nog een rol bij spelen? Hoe kijken de Franse banken bijvoorbeeld aan tegen iDEAL?

“Die sentimenten zijn er zeker. Als ik op internationale congressen sprak vond iedereen iDEAL geweldig. Maar als ik dan probeerde om buitenlandse issuers te interesseren dan kwam vaak het ‘not invented here’ syndroom bovendrijven. Als je naar sentimenten blijft kijken dan kom je denk ik niet veel verder. Het gaat uiteindelijk om de beste oplossing.”

iDIN

Jij hebt je met het product iDIN gestort op het onderwerp digitale identiteit (eID). Het gebruik van iDIN groeit, maar in vergelijking met DigID zijn de aantallen met 7,5 mln transacties in 2020 nog zeer beperkt, en dat geldt ook voor het aantal organisaties dat iDIN gebruikt. Denk jij dat iDIN op termijn kans maakt eenzelfde soort groeicurve te laten zien als iDEAL?

“Het is jammer dat Nederland op het gebied van digitale identiteit, ondanks een enorme potentie, dreigt achter te gaan lopen. Dat heeft consequenties voor de betrouwbaarheid en de veiligheid van de digitale dienstverlening. Voor een land dat samen met de Scandinavische landen voorop loopt in digitalisering is dat vreemd. Vergelijk het met een land als Zweden, met jaarlijks al een paar miljard transacties om veilig te identificeren, in te loggen en contracten te ondertekenen.”

Hoe komt dat?

“iDIN is een relatief moeilijk product om te verkopen. Consumenten en winkeliers hebben de behoefte om een betaling snel af te ronden. iDEAL is een eenvoudige betaalmethode die perfect inspeelt op die behoefte. iDIN is voor veel winkeliers minder cruciaal om aan te schaffen. Inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord werkt immers ook, al betekent dat een lager veiligheidsniveau. Totdat er een hack plaatsvindt… Maar je ziet dat iDIN vooralsnog vooral wordt gebruikt in omgevingen waar persoonlijke data en privacy cruciaal zijn, zoals financiële dienstverlening en BKR.”

Hoe staat het met de toepasbaarheid van iDIN in het (semi-)publieke domein?

“Inderdaad lopen er trajecten, maar die worden op dit moment nog gehinderd doordat de overheid zijn eigen identificatiemethode, DigID, enorm afschermt. Het gevolg is dat iDIN niet kan worden toegepast in het BSN domein. En omgekeerd mag het publieke middel niet worden toegepast in het private domein. Waar doet je dat aan denken?”

Chipper / Chipknip?

“Precies. De wet die het multimiddelenbeleid moet regelen, de Wet Digitale Overheid, is er nog steeds niet. Ik zou er erg voor zijn als we in de toekomst in Nederland, zoals in Zweden, een soort BankID zouden uitgeven. Dat zou de digitale veiligheid heel erg kunnen bevorderen. Nederland is te klein voor twee met elkaar concurrerende standaarden. Dit moeten we echt anders organiseren.”

Life after Currence

Jij neemt nu afscheid van Currence en de Betaalvereniging. Wat ga je het meest missen?

“De dynamiek, de collega’s van de Betaalvereniging en Currence (allemaal super goede mensen met veel kennis en expertise in ons werkveld) en de collega’s van de banken, betaalinstellingen en stakeholders. Ik houd hier zeer warme herinneringen aan over.”

Weet je al waar je je tijd aan gaat besteden?

“Eerlijk gezegd heb ik het zo druk dat ik daar nog nauwelijks aan toe ben gekomen. Er lopen wel wat dingen, maar ik heb nog geen besluit genomen. Straks ga ik eerst maar eens een paar weken met vakantie, corona volente. Ik ben wel van plan om een dag of drie wat andere dingen te gaan doen. Dat kan zijn in de vorm van advies, coaching, een commissariaat of toezicht. Ik denk dat het leuk zou zijn om nog iets in het betalingsverkeer te doen, maar het kan ook iets anders worden.”

Gericht op het bevorderen van samenwerking?

(lacht) “Dat zou zo maar kunnen.”

Amsterdam, februari 2020

Abonneer u nu op de nieuwsbrief van Connective Payments en ontvang ieder kwartaal interessante interviews zoals dit, waardevolle inzichten en nieuws over de ontwikkeling van het betaallandschap in uw mailbox:

[maxbutton id=”2″ ]